Kaspar
Sculptuur van K.H. Hödicke
Informatie over het beeldhouwwerk
Materiaal
Jaar van oorsprong
Site



De bronzen beeldzuil Kaspar bestaat uit een tektonisch kubusvormig en een antropomorf lichamelijk deel. Beide delen worden verticaal op en in elkaar gezet om een structuur te vormen. Hoewel het figurale gedeelte geïntegreerd is in de structuur van de picturale zuil, breekt het de vorm en de verticaliteit ervan boven het centrum heftig af.
Een dikke bolvormige buik troont op een driedelige onderbouw die bestaat uit verspringende, gestapelde, onregelmatige kubussen. Worstachtige babybilletjes klampen zich vast aan de randen van het derde blokje.
Bovenop de bolvormige buik ligt een platte doos die als bovenlichaam in twee delen is geopend en waarvan de verticale zijden zich in drie richtingen uitstrekken in de richting van grote platte handarmen als wegwijzers. De gespreide lelijke vingers versterken de indruk van een expressief gescheurd lichaam. De vierde kubus hierboven is de drager en houder van een hoofd dat enerzijds in drie gezichten verschijnt en anderzijds een gesloten voortzetting is van de zuilenstructuur van het beeld als geheel. Boven de geopende torso ligt het "hoofdgezicht": een masker gevormd in bas-reliëf met een "neergeslagen" blik en een cirkelvormig open mond.
Het hoofdgezicht wijst naar een hoofdgezichtszijde, maar tegelijk is men snel geneigd om rond de picturale zuil te lopen, om het lichaam en de structurele vorm van de zuil en het samengaan van de twee te doorgronden, om het gezicht en de uitdrukking opnieuw te zoeken vanuit een ander gezichtspunt. Als men rond de zuil loopt, realiseert men zich hoezeer de sculptuur op speelse wijze het rondom-zijn, de draaiing van lichamen en vlakken, de wisseling van gezichtspunten ontvouwt. De picturale zuil werd gecreëerd door verschillende holle lichamen over elkaar heen te leggen en ze te bewerken met gips en andere stabiliserende materialen om ze te verhullen.
De daardoor ontstane strepen en sporen in het zachte, maar snel stollende gips zorgen voor het oppervlakte-effect, dat zeker schilderachtig genoemd kan worden. Het is getrouw weergegeven door het brons. De "tache", het vlekachtige opgooien van het materiaal en de handmatige verwijdering ervan, moet ambivalent worden opgevat: enerzijds is het een spoor en uitdrukking van een vrije handeling, anderzijds functioneert het als onderdeel van een proces van lichaamsvorming, dus objectief specificerend. Aan de ene kant wordt het lichaam gevormd en bepaald door het materiële werk aan de oppervlakte, maar aan de andere kant wordt het bedekt en overgespeeld. Hödicke houdt zich niet alleen bezig met dit lichaam, maar tegelijkertijd met wat het als een huid of als modder bedekt en er op een beweeglijke manier omheen speelt.
In het bronzen beeld wordt deze "huid" echter opnieuw overgoten met een "vreemde" structuur, het groene patina, dat, kunstmatig geproduceerd, zijn eigen gangen en stromingen achterlaat. De relatie tussen representatieve lichamelijkheid en vrije schilderkunstige actie kenmerkt Hödicke's werk in het algemeen. Mijn individuele idiosyncrasie, mijn zeer persoonlijke gekte, heeft mij ertoe aangezet er voorwerpen in te laten vallen als in een verfmoeras. En dan doen ze iets. Ze willen verwerkt worden. . . Het object als het absolute andere, als het vreemde lichaam in een stroom van kleur die op zichzelf zonder object is, een beweging van materie op een oppervlak ... In dit verschil ontvouwt Hödicke's werk zich als een paradigma voor de mogelijkheid van beeld in het algemeen.
K.H. Hödicke
Lid van de Akademie der Künste, Berlijn-Brandenburg
woont en werkt in Berlijn
Publicatie "K.H. Hödicke"
Viersen 1994
Winkelprijs: 5 €
ISBN 3-928298-06-2