Reden voor de aankoop van het beeld Optimus II
Günter Haese vormt filigraanstructuren uit draad. Messing en fosforbrons zijn zijn materialen, waarmee hij snijdt en buigt, als een maas of als een spiraal, gesoldeerd en geassembleerd tot ruimtelijk-plastische formaties, waarmee hij een unieke lichamelijkheid ontwerpt. Tot nu toe heeft hij alles zelf gemaakt en zijn werken zijn van handzame afmetingen gebleven (ca. 50 - 200 cm hoog). De houten transportkisten worden ook met de hand gemaakt, met het voorwerp dat ze moeten bevatten. Haese levert alles compleet, het voltooide werk, de opslag ervan en tenslotte de titel, die meestal wordt geformuleerd volgens een poëtische associatie en soms wordt gewijzigd. Sinds 1963 heeft hij zijn werk met groot succes onder de internationale aandacht weten te brengen en hij heeft deze positie tot op heden weten te behouden.
Met zijn engagement voor de Skulpturensammlung Viersen slaat Haese voor het eerst een andere weg in. Na lang beraad, verschillende bezoeken ter plaatse en intensieve besprekingen is de mogelijkheid van een monumentale sculptuur in een openbare ruimte en bovendien in een ensemble van totaal verschillende, hedendaagse werken voor hem een artistieke uitdaging geworden, die hij met de hem kenmerkende omzichtigheid wil aangaan.
Het gaat natuurlijk niet alleen om het vergroten van de afmetingen van een Haese voorwerp, maar vooral om het inbrengen van de artistieke kwaliteiten van het eigen werk in de nieuwe situatie: De delicate en fijngevoelige constructie van draad, de opengewerkte ruimtelijkheid, de vibrerende beweeglijkheid van de afzonderlijke ledematen en hun reactie op luchtbewegingen, de weerkaatsingen van licht en glans in interactie met vaste en bewegende delen van de constructie, en de speelse beschrijving van de met lucht gevulde ruimte als een bezielde bol.
Een kinetica ontdaan van louter mechanica die zichzelf transformeert in een bijna organische willekeurigheid van beweging. Het gebouwde frame als orgaan - vandaar de vergelijking met antennes of ruimtesondes die Haese's objecten telkens weer oproepen. Zij wijzen in de uitgestrektheid van de ruimte en bevestigen de mogelijkheid om die te doorkruisen. Tegelijkertijd zijn het celachtige constructies waarin de opeenvolging, de regelmaat en het isolement van een interieur kunnen worden ervaren als een mogelijke mobiliteit binnenin zichzelf, als door een transparante huid. Celstructuur en tentakel, voeler en antenne en tegelijk gestructureerd serieel opgebouwd en regelmatig lijkend lichaam, waarin de beweging als een van zijn mogelijke zijnswijzen verschijnt als een sporadische reflex of ook als een blazende ademhaling - als een oneindig tedere gevoeligheid.
De beeldencollectie van Viersen, die zich tot taak heeft gesteld essentiële uitingen van de plastiek in buitengewone werken bijeen te brengen, ze te confronteren en ze deel te laten uitmaken van het stedelijk leven, wordt op unieke wijze verrijkt met een plastisch object van Günter Haese. Het montagekarakter van dit metalen werk verschilt aanzienlijk van de bestaande werken van een Wolfgang Nestler en de "New Star" van Mark di Suvero. Haese's werk brengt een geheel nieuwe dimensie van beeldhouwkunst in de Skulpturensammlung Viersen.
Joachim Peter Kastner